[500 Internal Server Error] General message: Deze connector wordt niet ondersteund of de gebruiker is niet geautoriseerd

Je krijgt deze melding bij het aanroepen van een connector als het gaat om een 'DataConnector'.

DataConnectoren (ook 'custom connectoren' genoemd) zijn connectoren die net wat anders werken dan een UpdateConnector of GetConnector. Twee voorbeelden zijn:

Let op: Je kan deze melding ook krijgen bij een UpdateConnector of GetConnector.

Oorzaak

Er zijn meerdere oorzaken mogelijk:

  • Je gebruikt voor het aanroepen van de AFAS Remote commandline een token die aangemaakt is voor een andere App Connector dan de App Connector 'AFAS Remote' zelf (dichtgezet per P19).
  • Deze melding krijg je als de connector niet is toegevoegd aan de App connector. Als je vanuit externe software contact legt met Profit, meldt de externe software zich aan met een toegangssleutel (token). Dit token genereert Profit vanuit een App connector. In de App connector bepaal je welke connectoren gebruikt mogen worden. Als de connector die je aanroept niet is toegevoegd aan de App connector krijg je deze melding.
  • Deze melding krijg je ook als de connector-gebruiker niet aan de gebruikersgroep is toegevoegd die is gekoppeld in de App connector.

Oplossing

AFAS Remote

Er zijn twee oplossingen mogelijk:

  1. Voeg via het tabblad Connectoren de connector 'AFAS Remote Cmd' toe aan de App Connector waarvoor het gebruikte token aangemaakt is. Je geeft daarmee de App Connector een ingang naar AFAS Remote, waardoor je AFAS Remote met hetzelfde token blijft aanroepen. Hiermee is het probleem direct opgelost.
  2. Maak een token aan vanuit de App Connector AFAS Remote en voeg dit token toe aan de AFAS Remote commandline configuratie. Let op: de token gebruiker moet bij deze werkwijze via definitie-autorisatie recht hebben op de GetConnectoren die worden aangeroepen. Meer informatie hierover vind je in het artikel: AFAS Remote tool ophalen en inrichten.

Andere oplossingen

  1. Voeg de connector toe aan de App connector.
    1. Open de eigenschappen van de App connector via: Algemeen / Beheer / App connector.
    2. Ga naar het tabblad Connectoren en klik bovenin het venster op Nieuw.
    3. Vink de betreffende connector aan en klik op Voltooien.
  2. Voeg de connector-gebruiker toe aan de gebruikersgroep die gekoppeld is in de eigenschappen van de App connector.
    1. Open de eigenschappen van de App connector via: Algemeen / Beheer / App connector.
    2. Controleer welke gebruikersgroep gekoppeld is in het veld Gebruikersgroep op het tabblad Algemeen.
    3. Voeg vervolgens via de Autorisatie tool de connector-gebruiker toe aan deze groep.

Weet je niet welke connector voor de foutmelding zorgt?

Ga naar: Algemeen / Omgeving / Beheer / Omgevingslogboek en zoek de foutmelding op. In de details van de melding staat om welke melding het gaat (bekijk hieronder de volledige foutmelding).

Tip! Kopieer de foutmelding en plak deze in Kladblok. De melding behoudt dan zijn opmaak. Dit leest veel prettiger!

Meer informatie hierover lees je in het artikel Eigen app connector inrichten in vogelvlucht

Bekijk hier de volledige foutmelding