Power BI inrichten

Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn om gegevens uit Profit (BI-modellen) in te lezen in Power BI rapporten (dashboards).

In dit artikel is gave nieuwe functionaliteit verwerkt die beschikbaar is vanaf Profit 7.

In deze versie zijn de volgende uitbreidingen gerealiseerd. Deze onderwerpen worden op deze pagina toegelicht.

  • Het werken met BI wordt weer iets makkelijker. Je hoeft niet meer naar het Help Center voor het downloaden van een BI-template, dit doe je nu rechtstreeks via Profit.
  • Per template wordt een versienummer bijgehouden.
  • Je ziet in de weergave wanneer de template de laatste keer is klaargezet en gepubliceerd. In de kolom Laatst gelezen zie de laatste keer dat de template is aangeroepen door de odata-connector.

Daarnaast kun je filterautorisatie toepassen op dashboards. Dit wordt toegelicht op een aparte pagina.

Let op:

AFAS biedt geen support op de inrichting van Power BI.

Inhoud

Basisinrichting

Met de onderstaande stappen activeer je de functionaliteit van BI in Profit.

Voorbereidingen

We gaan er vanuit dat je Power BI Desktop geïnstalleerd hebt op je computer. Via deze link kan je Power BI Desktop downloaden en installeren.

Stap 1: BI-model functionaliteit activeren

  1. Ga naar: Algemeen / Omgeving / Beheer / Eigenschappen.
  2. Ga naar het tabblad: Activering.
  3. Vink de functionaliteit BI-model aan.
  4. Klik op: Opslaan en sluiten.

    Let op:

    Er vindt een conversie plaats om de functionaliteit in jouw omgeving toe te voegen. Kies dus een tijdstip, waarop er zo min mogelijk medewerkers in je omgeving aan het werk zijn.

Stap 2: BI oData connector deblokkeren

  1. Ga naar: Algemeen / Beheer / App connector.
  2. Open de BI odata connector.
  3. Vink het veld Geblokkeerd uit.
  4. Selecteer de gebruikersgroep die toegang moet hebben tot deze appconnector. Alleen gebruikers uit deze gebruikersgroep kun je een gebruikerstoken toekennen.
  5. Klik op: Opslaan en sluiten.

Stap 3: Gebruikerstoken genereren voor BI odata connector

Vervolgens voeg je voor jouw gebruiker een gebruikerstoken toe.

  1. Open op de BI odata connector.
  2. Ga naar het tabblad: Gebruikerstokens.
  3. Klik op: Nieuw.
  4. Selecteer de gebruiker en vul een omschrijving (bijvoorbeeld BI-gebruiker) in.
  5. Kopieer het token en sla deze op in een tekstbestand (bijvoorbeeld in je eigen Temp map op je computer).
  6. Klik op: Voltooien.

Stap 4: Taak BI-gegevens klaarzetten inplannen

Om de gegevens van BI-modellen in de BI-laag van AFAS Online te plaatsen (klaar te zetten), plan je de volgende taken in, in de onderstaande volgorde:

  • Actuele gegevens vernieuwen - elke dag na middernacht. Dit is een algemene taak die je altijd nodig hebt. Deze taak is verplicht, je kunt deze niet weghalen. Wel kun je de instellingen van de taak wijzigen.
  • Hrm-tabellen tbv Profit BI vullen - elke werkdag. Plan deze taak alleen in als je HRM/Payroll gebruikt. Profit gebruikt deze taak om gegevens uit Profit HRM te verzamelen en in aparte BI-tabellen te plaatsen. Dit is technisch noodzakelijk om de dashboards te gebruiken.
  • Autorisatiegroepen o.b.v. selectie actualiseren

    Vanaf Profit 7 kun je filterautorisatie toepassen in dashboards. Als je gebruikersgroepen vult op basis van selecties, moet je eerst deze taak uitvoeren om gebruikersgroepen te actualiseren. Daarna plan je de hieronder beschreven taak Gegevens voor BI-modellen klaarzetten in.

Plan de taak Gegevens voor BI-modellen klaarzetten als volgt in:

  1. Ga naar: Algemeen / Beheer / Geplande taak.
  2. Klik op: Nieuw.
  3. Selecteer Gegevens voor BI-modellen klaarzetten bij Taak type.
  4. Klik op: Selecteren.
  5. De omschrijving hoef je niet aan te passen.
  6. Selecteer Als een andere taak is uitgevoerd bij Type planning.
  7. Selecteer de juiste taak bij Gekoppelde taak.

    Kijk naar het bovenstaande overzicht. Bepaal in je eigen omgeving in welke volgorde deze taken worden uitgevoerd en selecteer de laatste taak.

    • Meestal selecteer je Hrm-tabellen tbv Profit BI vullen.
    • Als de taak Autorisatiegroepen o.b.v. selectie actualiseren is ingepland en je gebruikt de filterautorisatie in een dashboard, dan selecteer je deze taak.
    • Als je deze taken niet gebruikt, dan selecteer je de taak Actuele gegevens vernieuwen.

  8. Klik op: Voltooien.

Als je geen eigen BI-modellen hebt, dan geeft de taak Gegevens voor BI-modellen klaarzetten de volgende foutmelding als de taak wordt uitgevoerd: No BI model publications scheduled.

Let op:

Je kunt de taak Gegevens voor BI-modellen klaarzetten ook op een specifiek tijdstip inplannen, door geen andere taak te koppelen. Je bent er dan zelf verantwoordelijk voor, dat de taak Hrm-tabellen tbv Profit BI vullen eerst uitgevoerd is.

Hoe vaak kun je deze taak uitvoeren? Profit ververst de data in Power BI 2 x per dag met een tussenruimte van minimaal 10 uur. Bij een minder grote tussenruimte volgt de volgende foutmelding: De maximale tijdsduur sinds de laatste publicatie van model "Verkoopomzet (Profit)" is nog niet verstreken.

De taak kijkt namelijk of het langer dan 10 uur geleden is dat een BI-model ververst is. Alleen als het langer dan 10 uur geleden is, worden de gegevens van een BI-model opnieuw gepubliceerd in de BI-laag van AFAS Online.

Bij een nieuw of gewijzigd BI-model heb je een actie om het BI-model eenmalig direct klaar te zetten.

De bovenstaande beschrijving gaat ervan uit, dat je de taak Hrm-tabellen tbv Profit BI vullen gebruikt.

Profit ververst de data in Power BI 2 x per dag met een tussenruimte van minimaal 10 uur. Power BI kan die data 8x per 24 uur ophalen. Het is dus belangrijk dat je beide verversingen op elkaar afstemt. Een handig hulpmiddel hierbij is het tonen van de laatste datum/tijd van de verversing vanuit AFAS in je Power BI dashboard. Een AFAS-gebruiker heeft hiervoor een handige instructie op LinkedIn gedeeld.

BI-model kopiëren, publiceren en klaarzetten

De onderstaande stappen worden beschreven vanuit een template-bestand voor Verkoopomzet.

In dit artikel is gave nieuwe functionaliteit verwerkt die beschikbaar is vanaf Profit 7.

Je ziet in de weergave wanneer de template de laatste keer is klaargezet en gepubliceerd. In de kolom Laatst gelezen zie de laatste keer dat de template is aangeroepen door de odata-connector.

Power BI-model publiceren:

Om een dashboard te kunnen gebruiken in Power BI, moet je in Profit het model kopiëren en de kopie publiceren en klaarzetten. Via het klaarzetten wordt de data in de Power BI-laag gezet.

  1. Ga naar: Algemeen / Uitvoer / Beheer / BI-model.

    Als je dit menu-item niet ziet, dan autoriseer je deze eerst in de Autorisatie tool.

  2. Maak een kopie van het BI-model.

    De geplande taak zal geen meegeleverde Profit-modellen publiceren.

    Voorbeeld:

    Je maakt een kopie van het model Verkoopomzet (Profit). Standaard krijgt deze de naam Verkoopomzet, deze naam heb je nodig bij de volgende procedure.

  3. Open het Power BI-model.

    Voer deze actie altijd uit na het kopiëren van een model, ook als je niets hebt gewijzigd. Als je dit niet doet, dan blijft het model namelijk een concept en een concept kun je niet klaarzetten in de BI-laag.

Filtering in dashboards om te voorkomen dat je teveel data ophaalt:

Enkele BI-modellen worden standaard uitgeleverd met een filter op feitentabel(len). Dit zijn BI-modellen waarin potentieel veel gegevens worden opgehaald, waardoor het klaarzetten lang kan duren. Daardoor duurt het ook lang voor je in Power BI aan de slag kan. Het gaat om de volgende BI-modellen:

  • HR Data (Profit)
  • Verzuim (Profit)
  • Spend (Profit)
  • Marge overzicht Flex (Profit)

Als je nog bezig bent met het ontwikkelen van het dashboard, laat de filters dan staan of gebruik eventueel iets ruimere filters (die meer data doorlaten). Als je klaar bent met ontwikkelen, stel je de filters definitief in of haal je deze weg.

Gebruik hiervoor de volgende stappen:

  1. Ga naar: Algemeen / Uitvoer / Beheer / BI-model.
  2. Open het BI-model (je opent dus jouw kopie van het standaard meegeleverde model).
  3. Klik op de feitentabel.

    Hoe herken ik de feitentabel

  4. Klik op: Velden bewerken.

    Je ziet de databron, deze lijkt op een gegevensverzameling.

  5. Klik op: Volgende.
  6. Pas het filter aan of verwijder dit.

    Verwijder alleen de datumfilters of pas deze aan. Andere velden zijn van belang voor het ophalen van de correcte data.

  7. Klik op: Voltooien.
  8. Publiceer het model.

  9. Sluit het model.
  10. Klik op de actie: Gegevens klaarzetten.

Template Power BI bestanden downloaden (t/m Profit 6)

Als je een Power BI dashboard wilt maken, begin je met een template. Je downloadt een ZIP-bestand met de template.

Let op:

Vanaf Profit 7 download je de templates vanuit Profit, zie het volgende onderdeel.

Downloads Profit 6:

Let op:

Onderstaande downloads zijn alleen geschikt voor Profit 6.

Dashboards die gemaakt zijn in Profit 5 (dit was een beta-versie) kunnen niet gebruikt worden vanaf Profit 6.

Er komen nog meer dashboards aan, zie het overzicht op de Power BI themapagina.

Template

Download

Versie Power BI Desktop

Abonnementen (Profit)

Download de template

Augustus 2025

Bouw (Profit)

Download de template

Augustus 2025

Crediteuren (Profit)

Download de template

Augustus 2025

CSR (Profit)

Download de template

Augustus 2025

Debiteuren (Profit)

Download de template

Augustus 2025

Dossier (Profit)

Download de template

Augustus 2025

HR data (Profit)

Download de template

September 2025

Margeoverzicht Flex (Profit)

Download de template

Augustus 2025

Mobiliteit (Profit)

Download de template

Augustus 2025

Projecten (Profit)

Download de template

Augustus 2025

Spend (Profit)

Download de template

Oktober 2025

Uitstelregeling (Profit)

Download de template

September 2025

Verkoopomzet (Profit)

Download de template

Augustus 2025

Verzuim (Profit)

Download de template

September 2025

Voorraad (Profit)

Download de template

Oktober 2025

Werving en selectie (Profit)

Download de template

Augustus 2025

Aandachtspunten:

  • Alle templates hebben betrekking op het gelijknamige BI-model in Profit, met één uitzondering. Debiteuren (Profit) en Crediteuren (Profit) zijn afzonderlijke downloads, maar deze zijn gebaseerd op hetzelfde BI-model, namelijk Debiteuren en Crediteuren (Profit).
  • Alle templates zijn ontwikkeld in de versie van Power BI Desktop die in de tabel vermeld wordt. Bij te oude versies van Power BI kunnen problemen optreden, je moet dan een nieuwe versie van Power BI Desktop installeren.

    Installeer Power BI Desktop bij voorkeur via de Microsoft Store. Hierdoor worden nieuwe versies namelijk automatisch geïnstalleerd.

Template Power BI bestanden downloaden (vanaf Profit 7)

In dit artikel is gave nieuwe functionaliteit verwerkt die beschikbaar is vanaf Profit 7.

In deze versie zijn de volgende uitbreidingen gerealiseerd:

  • Het werken met BI wordt weer iets makkelijker. Je hoeft niet meer naar het Help Center voor het downloaden van een BI-template, dit doe je nu rechtstreeks via Profit.
  • Per template wordt een versienummer bijgehouden.
  • Je ziet in de weergave wanneer de template de laatste keer is klaargezet en gepubliceerd. In de kolom Laatst gelezen zie de laatste keer dat de template is aangeroepen door de odata-connector.

Je hebt in de vorige stap een kopie gemaakt van een template en deze eventueel aangepast. In deze stap download je de template vanuit Profit. Er worden in het najaar nieuwe templates uitgeleverd, zie de planning op de Power BI themapagina.

Aandachtspunten:

  • Alle templates hebben betrekking op het gelijknamige BI-model in Profit, met één uitzondering. Debiteuren (Profit) en Crediteuren (Profit) zijn afzonderlijke downloads, maar deze zijn gebaseerd op hetzelfde BI-model, namelijk Debiteuren en Crediteuren (Profit).
  • Installeer Power BI Desktop bij voorkeur via de Microsoft Store. Hierdoor worden nieuwe versies namelijk automatisch geïnstalleerd.

Template downloaden:

  1. Ga naar: Algemeen / Uitvoer / Beheer / BI-model.
  2. Selecteer de template die je eerder hebt gepubliceerd. Dit is dus niet het standaard Profit-template, maar je eigen kopie.
  3. Klik op: Acties / BI-sjabloon downloaden.
  4. Je ziet het te downloaden bestand met het versienummer.

    In dezelfde weergave zie je ook het veld Informatie. Dit bevat uitleg over de BI-template.

  5. Klik op: Voltooien.

Zie ook:

Versienummering templates:

Per template houden we nu ook een versienummer bij, we beginnen met versie 1.00. Hoe werken we met de versies?

  • Bij kleine wijzigingen, zoals een wijziging in een script of het herstellen van een typfout, ontstaan alleen tussenversies zoals 1.01, 1.02, etc. Deze wijzigingen gelden voor de Profit-templates én voor de kopieën hiervan die je zelf gemaakt hebt. Je hoeft alleen je eigen kopie te downloaden om over de laatste versie te beschikken.
  • Bij wijzigingen in het datamodel, bijvoorbeeld een nieuwe tabel of een nieuw veld, ontstaat ook een nieuwe hoofdversie zoals versie 2. Deze wijzigingen worden niet doorgevoerd in je eigen kopieën van Profit-templates. Om over de laatste wijzigingen te beschikken moet je de Profit-template kopiëren, de kopie publiceren en downloaden.
Profit-data downloaden in een template

Je opent een template-dashboard in Power BI Desktop en maakt de connectie met de Profit-omgeving. Hierdoor wordt data uit Profit opgehaald en via een integratie in Power BI Desktop getoond. Als je Microsoft Power BI lokaal start en uitvoert en je geen data vanaf je pc naar Microsoft synchroniseert (via backups of Microsoft 365), dan wordt er geen data gedeeld. Als je de web-variant van Power BI gebruikt of je data wel synchroniseert, dan zal de data wel op Microsoft-servers worden opgeslagen.

Let op:

Je kunt een dashboard alleen bewerken op een Windows pc, niet op een pc met Apple MacOS.

  1. Pak het gedownloade zip-bestand uit.
  2. Dubbelklik op het pbit-bestand, bijvoorbeeld Verkoopomzet (Profit).pbit.

    Open je voor het eerst Power BI desktop, dan moet je eenmalig inloggen bij Microsoft. Gebruik hiervoor je Microsoft-inloggegevens.

  3. Power BI wordt geopend.
  4. Plak de eerder gekopieerde connector-url in het veld BI URL.

    Onderaan vindt je een toelichting op de opbouw van de connector-url.

    Vanaf Profit 7 kunt je in bepaalde dashboards ook een tweede url koppelen voor de filterautorisatie.

  5. Klik op de knop Laden (Load).

    Het volgende scherm wordt weergegeven:

  6. Ga naar het tabblad: Basis (Basic).

    Het scherm ziet er als volgt uit:

  7. Vul de velden als volgt in:
    • Vul bij Gebruikersnaam (User name) in: afastoken.
    • Wachtwoord (Password): plak hier je gebruikerstoken in die je gegenereerd hebt in stap 3 van de inrichting.

    Let op:

    In het wachtwoord moet je de hele gebruikerstoken plakken. Een voorbeeld van een hele gebruikerstoken is:

    <token><version>1</version><data>A7F4C6D8E2B649D2B91F57E4D8433CB49A21F00E5C31499BA6C8F7D6C1E8A2B7</data></token>

  8. Klik vervolgens op de knop Verbinden (Connect).

    De gegevens uit jouw omgeving worden geladen en het dashboard is gereed.

  9. Als je klaar bent met je bewerkingen, sla het dashboard dan op als Power BI-bestand.

Krijg je een foutmelding bij het vernieuwen? Zie dan de pagina Power BI foutmeldingen.

Wil je gegevens uit een andere omgeving ophalen, dan wijzig jede data source settings en geef je de gebruikerstoken van de andere omgeving in, of je verwijderd de data source settings, zodat deze bij het verversen van de gegevens opnieuw ingegeven moeten worden. Power BI onthoudt namelijk je eerdere inloggegevens.

Als je gegevens van een ander BI-model wilt toevoegen aan een bestaand Power BI dashboard, dan voeg je de gegevens van het andere BI-model toe via: Get data / OData feed (Gegevens ophalen / OData-feed). Vul de BI URL in van het andere BI-model en klik op Connect.

Opbouw van de connector-url

Voor de volledigheid geven we aan hoe de connector-url is opgebouwd. Het verdient aanbeveling om deze te kopiëren bij het bewerken van het model in Profit, hiermee voorkom je fouten.

  • Live-omgeving:

    https://[abonnementsnummer].rest.afas.online/profitrestservices/bi/[naam BI-model]

  • Test-omgeving:

    https://[abonnementsnummer].resttest.afas.online/profitrestservices/bi/[naam BI-model]

  • Accept-omgeving:

    https://[abonnementsnummer].restaccept.afas.online/profitrestservices/bi/[naam BI-model]

Voorbeeld: ophalen gegevens uit live-omgeving

Jouw abonnementsnummer (alleen het nummer in jouw omgevingscode) is bijvoorbeeld 12345 en wil je het dashboard Verkoopomzet verversen met gegevens uit jouw live (productie) omgeving. Gebruik dan de volgende BI URL:

https://12345.rest.afas.online/profitrestservices/bi/verkoopomzet

Eventuele wijzigingen doorvoeren

Nadat de gegevens ingeladen zijn in het dashboard zijn jouw mogelijkheden eindeloos, uiteraard afhankelijk van jouw kennis van Power BI. Je hoeft natuurlijk niets te wijzigen aan het dashboard, je kan ook prima gebruik maken van de template die door AFAS ontwikkeld is.

Maar als je wel wijzigingen wil doorvoeren, staan hieronder een aantal van de mogelijkheden die je tot je beschikking hebt.

Visualisaties aanpassen:

  • Titels, labels, kleuren, filters enz. aanpassen om beter bij de nieuwe context te passen.
  • Visuals toevoegen of verwijderen op basis van wat relevant is voor jouw organisatie.

Pagina’s en lay-out:

  • Pagina’s hernoemen of herschikken.
  • Achtergrondkleuren, logo’s, stijlen aanpassen (bijvoorbeeld de huisstijl of branding van jouw organisatie doorvoeren).

Filters en slicers aanpassen:

  • Nieuwe slicers toevoegen op basis van andere dimensies.
  • Default filters aanpassen op basis van bijvoorbeeld een specifieke klant of regio.

Measures en calculated columns aanpassen:

  • Sommige DAX-formules kunnen afhankelijk zijn van specifieke kolomnamen of filters.
  • Je kunt nieuwe measures toevoegen of bestaande hergebruiken/wijzigen.
Dashboards publiceren en delen met collega’s

Is jouw dashboard gereed en wil je deze gaan delen met collega’s, dan heb je ook weer verschillende mogelijkheden, dit is o.a. afhankelijk van het type licentie die je hebt aangeschaft voor Power BI. Als je geen licentie hebt, dan kun je het dashboard alleen raadplegen in Power BI Desktop en kun je het dashboard niet delen met je collega’s.

Welke licentie heb je nodig om een dashboard te delen

Heb je een Power BI Pro-licentie of een Power BI Premium-licentie, dan kan je een dashboard delen met je collega’s. Hiervoor heb je verschillende mogelijkheden.

Let op:

Iedere gebruiker die een dashboard wil raadplegen via InSite, heeft een Power BI Pro-licentie of een Power BI Premium-licentie nodig.

Publiceer het dashboard NIET naar je persoonlijke werkruimte op app.powerbi.com (dit kan ook zonder licentie). Als je een dashboard deelt via Publiceren naar web, wordt dit via internet voor iedereen toegankelijk en het rapport kan ook vindbaar zijn via bijvoorbeeld Google. Om dit probleem helemaal te voorkomen, kan de beheerder in je eigen organisatie de optie Publiceren naar web helemaal uitschakelen.

Voordat je een dashboard kan delen met jouw collega’s, moet je eerst het dashboard publiceren in een werkruimte van de Power BI-service.

Vanaf Profit 7 kun je Profit-filterautorisatie toepassen op dashboards in Power BI. Hiervoor is aanvullende inrichting vereist.

Dashboard publiceren in een werkruimte:

  1. Kies in het lint van Power BI Desktop voor Publiceren.
  2. Selecteer een Werkruimte (workspace). Het dashboard wordt in de geselecteerde werkruimte gepubliceerd.
  3. Klik op de knop: Selecteren (select).
  4. Het dashboard (rapport) en het semantische model worden beide gepubliceerd naar de geselecteerde werkruimte. Is er al een bestaand dashboard aanwezig? Dan wordt gevraagd of je de gegevensset wilt vervangen.

    Is het publiceren voltooid, dan zie je een hyperlink verschijnen waarmee je direct het dashboard opent in de Power BI-service.

Dashboard in de werkruimte vernieuwen:

  1. Ga naar app.powerbi.com.
  2. Klik in het lint op: Werkruimten (workspaces).
  3. Selecteer de werkruimte waarin het dashboard gepubliceerd is.

    Een gepubliceerd dashboard bestaat altijd uit twee bestanden: een rapport en een semantisch model.

  4. Klik in de regel van het semantische model op het icoontje voor het Vernieuwen plannen (Schedule refresh).
  5. Er verschijnt een melding dat er geen verbinding gemaakt kan worden met uw gegevensbron.

  6. Klik op Referenties bewerken (Edit credentials).

    Het volgende scherm wordt getoond:

  7. Vul de velden als volgt in:
    • Verificatiemethode (Authentication method): selecteer hier Basis.
    • Gebruikersnaam (User name): vul in: afastoken.
    • Wachtwoord (Password): plak hier je gebruikerstoken in die je gegenereerd hebt in stap 3 van de inrichting.
    • Instelling van privacyniveau (Privacy level setting): selecteer Organizational.
    • Vink Testverbinding overslaan (Skip test connection) aan.
    • Klik op de knop Aanmelden (Sign in).
  8. Klik Vernieuwen (Refresh) open.
  9. Configureer een vernieuwingsplan (Refresh schedule)

  10. Vul de velden als volgt in:
    • Vernieuwingsfrequentie (Refresh frequency): kies voor Dagelijks (Daily).
    • Tijd (Time): geef een tijd in ruim na de geplande taak BI-gegevens publiceren in Profit, zodat je zeker weet dat deze taak uitgevoerd is.
    • Klik op de knop Toepassen (Apply).

Voorbereidingen voor plaatsen van een dashboard op InSite:

Als je een Power BI dashboard wilt publiceren op een werkruimte in de Power BI-service en daarna wilt toevoegen aan jouw InSite, dan is het verstandig om de dashboards toe te voegen op een apart type pagina, bijvoorbeeld een type pagina Power BI dashboards of Dashboards.

  1. Ga naar:Algemeen / In & OutSite / Type pagina.
  2. Klik op de actie: Nieuw type integratie.
  3. Vul de omschrijvingen in.
  4. De integratiesleutels worden automatisch gegenereerd. Je kunt deze wijzigen met de knop Vernieuw.
  5. Klik op: Voltooien.

Daarna activeer je dit type pagina in elke site waarin je dit wilt gebruiken.

  1. Ga naar: Algemeen / In & OutSite / Site.
  2. Open de eigenschappen van de site.
  3. Ga naar het tabblad: Typen pagina.
  4. Vink het type pagina voor het tonen van integratiepagina's aan.
  5. Klik op: Opslaan en sluiten.

De website krijgt de status Bezig met publiceren, je ziet dit in de weergave.

Een dashboard (rapport) insluiten op InSite:

  1. Ga naar app.powerbi.com.
  2. Klik in het lint op Werkruimten (workspaces).
  3. Selecteer de werkruimte waarin het dashboard gepubliceerd is.

    Een gepubliceerd dashboard bestaat altijd uit twee bestanden: een rapport en een semantisch model.

  4. Klik in de regel van het rapport op de naam van het rapport om deze te openen.
  5. Klik op Bestand / Rapport insluiten / Website of portal (File / Embed report / Website or portal).
  6. Kopieer de link om deze inhoud in te sluiten.
  7. Ga naar: InSite.
  8. Log in en start Sitebeheer.
  9. Klik op: Nieuw / Pagina.
  10. Selecteer het type die je toegevoegd hebt in de basisinrichting, bijvoorbeeld Dashboards.
  11. Vul de omschrijving in, bijvoorbeeld: Dashboard Verkoopomzet.
  12. Klik op: Volgende.
  13. Plak de link uit stap 6 in het veld Integratie link.
  14. Voltooi de wizard.
  15. Klik op: Concept publiceren.

Gebruik één van de onderstaande methoden om de nieuwe pagina beschikbaar te stellen aan gebruikers.

Direct naar

  1. Power BI
  2. Power BI inrichten
  3. Werken met de BI-editor
  4. Filterautorisatie in Power BI dashboards
  5. Foutmeldingen in Power BI