BOX 3 Arrest (Hoge Raad)

De Hoge Raad heeft op 24 december 2021 uitspraak gedaan in een cassatieberoep betreffende het schijvenstelsel van box 3. Het cassatieberoep is een gevolg van een massaalbezwaarprocedure. Alle belastingplichtigen die onder deze procedure vallen, hebben gelijk gekregen van de Hoge Raad. De Staatssecretaris van Financiën heeft medio april 2022 toegezegd om gehoor te geven aan het arrest van de Hoge Raad in de vorm van rechtsherstel. Dit rechtsherstel houdt in dat de massaalbezwaarmakers gecompenseerd worden voor de jaren 2017 t/m 2020, als het voordeel uit sparen en beleggen volgens het rechtsherstel lager uitkomt dan volgens het oude schijventarief. Het voorgaande geldt ook voor het jaar 2021, met dien verstande dat de aanslag voor 2021 wordt opgelegd conform het Besluit rechtsherstel.

Let op:

De berekening van de forfaitaire variant is niet zichtbaar als de aangifte IB 2021 dicht zit op het moment dat de patch wordt geïnstalleerd. Je moet de aangifte IB 2021 vrijgegeven en opnieuw openen om de berekening opnieuw door te voeren.

Inhoud

Forfaitaire spaarvariant

De forfaitaire spaarvariant is de berekeningssystematiek die het kabinet hanteert als nieuwe berekening van het inkomen in box 3 (voordeel uit sparen en beleggen). Dit systeem is onderdeel van het rechtsherstel en houdt in dat het totale vermogen wordt opgedeeld in drie categorieën: banktegoeden, beleggingen en schulden. De berekening valt vervolgens uiteen in de volgende stappen.

  1. Bepalen van het forfait per bezit

    Per bezit wordt de waarde ervan per 1 januari van het belastingjaar vermenigvuldigd met een vastgesteld forfait (rendement). Bij de bezittingen wordt onderscheid gemaakt tussen banktegoeden en beleggingen. Zowel de banktegoeden als de beleggingen kennen een eigen vastgesteld forfait. Als voor alle banktegoeden en beleggingen de forfaits zijn berekend, worden deze bij elkaar opgeteld. De uitkomst is het totale rendement op bezittingen.

  2. Bepalen van het forfait per schuld

    Vervolgens wordt het rendement op schulden bepaald, door de waarde van de schuld per 1 januari van het belastingjaar te vermenigvuldigen met het forfait op schulden. Let op: bij het rendement op schulden wordt ook rekening gehouden met de schuldendrempel. Het forfait op de schulden na schuldendrempel wordt bij elkaar opgeteld en de uitkomst is het totale rendement op de aftrekbare schulden.

  3. Bepalen van het belastbaar rendement

    Het belastbaar rendement is de uitkomst van stap 1 (bezit) minus de uitkomst van stap 2 (schuld).

  4. Bepalen van het Aangeverdeel grondslag sparen en beleggen in rendementsgrondslag

    Het percentage rendement is een afgerond percentage. De berekening is: het belastbaar rendement (stap 3) / de totale rendementsgrondslag in box 3 (dus vóór aftrek van heffingsvrij vermogen).

  5. Bepalen van het voordeel uit sparen en beleggen wordt bepaald

    Nu moet het voordeel uit sparen en beleggen volgens de forfaitaire variant worden berekend. Dit is gelijk aan het berekende (en afgeronde) belastbaar rendement (stap 3) vermenigvuldigd met het aangeverdeel in de grondslag sparen en beleggen (stap 4). Dit aandeel is voor een alleenstaande gelijk aan het totale saldo grondslag sparen en beleggen (na aftrek van heffingsvrij vermogen). Voor partners kan dit aandeel verschillend zijn (bijvoorbeeld 50/50, dus ieder de helft van de grondslag uit sparen en beleggen).

    De uitkomst van deze stap is het voordeel uit sparen en beleggen volgens de forfaitaire spaarvariant. De laatste stap is om te bepalen of dit voordeel ook in aanmerking wordt genomen in box 3, of dat de oude berekening (schijventarief) geldt.

  6. Bepalen van het in aanmerking te nemen voordeel uit sparen en beleggen

    Is het voordeel uit sparen en beleggen volgens de forfaitaire spaarvariant lager dan het voordeel uit sparen en beleggen volgens het schijventarief?

    • Ja: dan is het voordeel uit sparen en beleggen gelijk aan de uitkomst van de forfaitaire spaarvariant.
    • Nee: dan is het voordeel uit sparen en beleggen gelijk aan het oude schijventarief. De aanslag van de cliënt (die is vastgesteld volgens het schijventarief) zal in het laatste geval niet aangepast worden. Het box 3 inkomen blijft hier gelijk aan het inkomen zoals eerder vastgesteld. De cliënt komt dus ook niet in aanmerking voor compensatie.

Deze nieuwe methode wordt vanaf nu ook ondersteund in het uitwerken van de aangifte.

Werkelijke rendement

Het arrest van de Hoge Raad komt erop neer dat in principe het werkelijk behaalde rendement in box 3 moet worden belast. Onder het werkelijk rendement wordt verstaan:

  • Direct genoten inkomsten (zoals rente-, dividend- en huurinkomsten);
  • Gerealiseerde vermogensmutaties (zoals het verkoopresultaat op aandelen en onroerende zaken);
  • Ongerealiseerde vermogensmutaties (zoals de waardeontwikkeling van aandelen en onroerende zaken).

Hoewel het kabinet met de forfaitaire spaarvariant een eerlijker en realistischer stelsel heeft gecreëerd dan het schijvensysteem, wordt het werkelijk behaalde rendement nog steeds niet belast. De planning van het kabinet is om het werkelijk rendement per 1 januari 2025 te belasten (via nieuwe wetgeving).

In de aangifte IB is er de mogelijkheid om het werkelijk rendement te specificeren voor meer inzicht, maar dit is niet verplicht. Het belastbaar inkomen in box 3 wordt hierop niet berekend. Meer hierover bij Wijzigingen aangifte IB.

Wijzigingen aangifte IB

De aangifte IB ondersteunt vanaf nu drie berekeningsmethoden voor het voordeel uit sparen en beleggen:

  • de berekening volgens het schijventarief (oude methode)
  • de berekening van de forfaitaire spaarvariant
  • de berekening volgens het werkelijk rendement (slechts als inzicht)

Deze drie methoden zijn te vinden op het hoofdscherm BOX 3: Sparen en beleggen. Bij de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen wordt de laagste uitkomst gebruikt van de berekening volgens het schijventarief enerzijds en volgens de forfaitaire spaarvariant anderzijds.

Berekening van de forfaitaire spaarvariant

Let op:

De berekening van de forfaitaire variant is niet zichtbaar als de aangifte IB 2021 dicht zit op het moment dat de patch wordt geïnstalleerd. De berekening wordt dan zichtbaar als de aangifte IB 2021 is vrijgegeven en opnieuw wordt geopend.

Berekening van de forfaitaire spaarvariant is in de aangifte IB 2021 te vinden op het scherm BOX 3: Sparen en beleggen: Berekening voordeel uit sparen en beleggen (volgens forfaitaire spaarvariant).

Deze methode bevat de volgende onderdelen (zie afbeelding hieronder. Dit betreft het binnenlands biljet).

  • Toepassing percentage forfait rendement banktegoeden
  • Toepassing percentage forfaitair rendement beleggingen
  • Toepassing percentage forfaitair rendement schulden

Bij de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen wordt de uitkomst van deze methode vergeleken met de uitkomst volgens het schijventarief. Uit deze twee uitkomsten wordt de laagste waarde aangehouden.

Berekening volgens het werkelijk rendement

Let op:

Het berekenen volgens werkelijk rendement is niet verplicht en dient slechts als inzicht om te relateren aan de huidige wetgeving. Het belastbaar inkomen in box 3 wordt hierop niet berekend.

De methode volgens werkelijk rendement is te berekenen in de aangifte IB 2021, maar dit is niet verplicht. Deze methode is te vinden op het scherm BOX 3: Sparen en beleggen: Berekening voordeel uit sparen en beleggen (volgens werkelijk rendement) (zie afbeelding hieronder. Deze afbeelding betreft het binnenlands biljet).

Het belastbaar inkomen in box 3 wordt hierop niet berekend. Dit komt doordat de Belastingdienst in de aanslag uit gaat van de forfaitaire spaarvariant óf het oude schijventarief (de laagste uitkomst van beide methoden). Met berekenen van het werkelijk rendement wordt inzichtelijk of het voordeel uit sparen en beleggen op basis van het werkelijk rendement hoger of lager is dan het voordeel uit sparen en beleggen volgens het schijventarief of de forfaitaire spaarvariant. Op basis daarvan kan al dan niet opnieuw bezwaar worden aangetekend.

Rapportage

De volgende rapportages zijn aangepast naar aanleiding van Arrest BOX 3:

  • Standaardrapportage 2021 IB (Profit) in alle talen
  • Standaardrapportage 2021 IB variant binnenlands biljet (Profit) in alle talen

Als de forfaitaire spaarvariant gunstiger is dan de berekening volgens schijventarief dan worden de details van de berekening van Voordeel uit sparen en beleggen volgens schijvenntarief niet afgedrukt, maar zie je de berekening van Voordeel uit sparen en beleggen (volgens de forfaitaire spaarvariant).

Als de berekening volgens het schijventarief gunstiger is dan worden de details van deze berekening afgedrukt en zie je niet de berekening van de forfaitaire spaarvariant.

Specificatie BOX 3 i.v.m. arrest Hoge Raad IB 2021 (Profit)

Het rapport Specificatie BOX 3 i.v.m. arrest Hoge Raad IB 2021 (Profit) is nu toegevoegd en toont alleen de velden met betrekking tot de gewijzigde specificatie in BOX 3. Dit rapport toont eerst een vergelijking van het voordeel uit sparen en beleggen per rekenmethode. Van de meest gunstige methode zie je de berekening op het rapport.

Wijzigingen aangifte IB (M-Biljet)

Voor het buitenlands biljet van de aangifte IB geldt in de basis dezelfde wijzigingen als voor het binnenlands biljet.

Wereldinkomen geen herberekening voor hersteljaren (2021 of ouder)

Voor de hersteljaren 2021 en eerder wordt geen herberekening gedaan op het inkomen uit sparen en beleggen in de inkomensopstelling die van belang is voor de kwalificerende buitenlandse belastingplichtige, en in beperkte mate voor de inwoner land non-discriminatiebepalingen.

Dit betekent dat in de aangifte IB het BOX 3-inkomen op het scherm Wereldinkomen, niet wordt herrekend voor de hersteljaren 2021 en eerder, op basis van de forfaitaire spaarvariant. Het kan dan voor komen dat het wereldinkomen te hoog is berekend. Een juiste berekening (massaal en geautomatiseerd) is niet door de Belastingdienst uit te voeren omdat de betreffende input niet beschikbaar is.

Let op:

Vanaf de aangifte IB 2021 wordt op het scherm Wereldinkomen wél rekening gehouden met de voordeligste variant van BOX 3 (forfaitaire spaarvariant of het schijventarief). Dit is slechts ter inzicht en heeft geen invloed op het BOX 3-inkomen waarmee gerekend wordt.

Wijzigingen VA IB

De VA IB is vanaf het jaar 2021 aangepast naar de nieuwe regeling. Bij de VA IB 2021 en recenter wordt automatisch de meest gunstige methode gehanteerd bij de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen.

Wijzigingen fiscale kaart

Om het voordeel uit sparen en beleggen volgens de meest gunstige manier te berekenen, moet de fiscale kaart voor de jaren 2017 t/m 2020 worden gebruikt. De aangiften zelf van de jaren 2017 t/m 2020 zijn namelijk niet aangepast naar aanleiding van het box 3-arrest. Deze kunnen dus niet worden vrijgegeven en gebruikt om de nieuwe box 3-berekening te zien.

Persoonlijke gegevens

Onder Persoonlijke gegevens is een vinkveld aan de fiscale kaart toegevoegd: Box 3 berekenen op basis van het Besluit rechtsherstel. Dit veld zorgt ervoor dat het voordeel uit sparen en beleggen volgens het schijventarief wordt vergeleken met het voordeel uit sparen en beleggen volgens de forfaitaire spaarvariant. De meest gunstige berekening wordt toegepast in box 3.

Vanaf 2021

Het veld Box 3 berekenen op basis van het Besluit rechtsherstel wordt vanaf 2021 automatisch aangevinkt als er een rendementsgrondslag aanwezig is. Hiervoor mag de fiscale kaart niet al dicht staan op het moment dat de patch wordt geïnstalleerd (Dicht = Aanslag IB/PVV definitief en Akkoord met aanslag IB/PVV aangevinkt).

2017 t/m 2020

Voor de belastingjaren 2017 t/m 2020 is het niet gelijk bekend of de aangifte onder het rechtsherstel valt. Daarom staat het veld Box 3 berekenen op basis van het Besluit rechtsherstel open en uitgevinkt. Je kunt er zelf voor kiezen om dit veld aan te vinken, als de aangifte wel onder het rechtsherstel valt. Na het aanvinken van dit veld wordt het voordeel uit sparen en beleggen volgens de meest gunstige manier (de forfaitaire spaarvariant of het schijventarief) berekend. De uitkomst hiervan is te zien onderin de fiscale kaart bij BOX 3.

BOX 3: Sparen en beleggen

Onder box 3 worden twee velden toegevoegd: Waarde bank- en spaartegoeden en premiedepots en Waarde beleggingen. Deze staan onder het bestaande veld Waarde totale bezittingen na vrijstellingen.

  • Het veld Waarde totale bezittingen na vrijstellingen is het veld waar de totale bezittingen na vrijstellingen van box 3 staan (peildatum 1 januari). Dit omvat zowel de totale banktegoeden (in Nederland en het buitenland) als de totale beleggingen.
  • Het veld Waarde bank- en spaartegoeden en premiedepots bevat de waarde van de bank- en spaartegoeden uit de aangifte (peildatum 1 januari). De waarde hiervan is ook verwerkt in het veld Waarde totale bezittingen na vrijstellingen, maar wordt hier los vermeld om de box 3 berekening volgens het Besluit rechtsherstel uit te voeren.
  • Het veld Waarde beleggingen bevat de totale waarde van alle bezittingen in box 3, niet zijnde banktegoeden (peildatum 1 januari). De waarde hiervan is ook verwerkt in het veld Waarde totale bezittingen na vrijstellingen, maar wordt hier los vermeld als om de box 3 berekening volgens het Besluit rechtsherstel uit te voeren.

De velden Waarde bank- en spaartegoeden en premiedepots en Waarde beleggingen worden bijgewerkt als de fiscale patch (van deze functionaliteit) wordt geïnstalleerd. Dit geldt voor de jaren vanaf 2017. Het maakt dan niet uit of de fiscale kaart op dat moment al dicht staat (de velden Aanslag IB/PVV definitief en Akkoord met aanslag IB/PVV aangevinkt). Deze velden beïnvloeden alleen de berekening van box 3 in de fiscale kaart, als het veld Box 3 berekenen op basis van het Besluit rechtsherstel is aangevinkt (zie Persoonlijke gegevens hierboven).

Analyse box 3 arrest

Om meer inzicht te krijgen in de cliënten die in de jaren 2017 t/m 2021 in aanmerking komen voor compensatie, is een analyse beschikbaar: Overzicht BOX 3 aangiften 2017-2021 in verband met Box 3 arrest. Deze analyse vind je in Profit via Fiscaal / Uitvoer / Analyses.

Hiermee is het mogelijk om over de jaren 2017 t/m 2021 over alle cliënten met BOX 3 snel te zien wie een lager voordeel uit sparen en beleggen krijgt als gevolg van het rechtsherstel (arrest). Op die manier is het mogelijk om op cliënten in te zoomen waarbij bijvoorbeeld een groot voordeel mogelijk is.

In de analyse krijg je eerst de jaren 2017 t/m 2021 per werkblad te zien. Hierop staan jaargegevens van alle cliënten IB waarbij het veld Totaal voordeel uit sparen en beleggen voor toepassing rechtsherstel Box 3 een waarde groter heeft dan 0 (nul). Hierna volgt het Totaal-werkblad waarin je de data over alle jaren en cliënten van de vorige tabbladen bij elkaar te zien krijgt.

De analyse bevat de volgende velden:

  • Jaar
  • Becon
  • Persoon (nr.)
  • BSN
  • Referentienummer
  • Naam cliënt
  • Biljet
  • Adres
  • Totaal voordeel uit sparen en beleggen voor toepassing rechtsherstel box 3
  • Totaal voordeel uit sparen en beleggen na toepassing rechtsherstel box 3
  • Lager voordeel uit sparen en beleggen door rechtsherstel box 3
  • Behandelaar
  • Beoordelaar
  • Adviseur
  • Vennoot

Direct naar

  1. Belasting en premies