Rekeningniveaus grootboekset

Je kunt de rekeningniveaus van de grootboekset inrichten. Door het inrichten van rekeningniveaus bepaal je het niveau waar Profit een telling in de balans weergeeft.

Rekeningniveaus inrichten:

1. Ga naar: Financieel / Verslaglegging / Inrichting / Grootboekset.
2. Open de eigenschappen van de grootboekset.
3. Ga naar het tabblad: Rekeningniveaus.
4. Klik op: Acties / Genereren rekeningniveaus.

   Je voegt automatisch nieuwe rekeningniveaus toe en nieuwe subtotalen op basis van het huidige rekeningschema. Reeds bestaande rekeningniveaus verwijder je hiermee.

5. Vul bij Aantal posities subtotaal het aantal posities in van de grootboekrekeningnummers.

   Na het aantal posities van de grootboekrekeningnummers, genereer je een subtotaal. Als je kiest voor aantal posities 2, dan genereert Profit elke keer als de tweede positie van het rekeningnummer wijzigt een subtotaal. Als je bijvoorbeeld kiest voor aantal posities 1, dan genereert Profit iedere keer als de eerste positie verandert van een grootboekrekening, een subtotaal. Als je een rekeningnummer 0900 hebt en daarna 1000, dan genereert Profit na rekening 0900 een subtotaal.

Rekeningniveau toevoegen:

1. Ga naar: Financieel / Verslaglegging / Inrichting / Grootboekset.
2. Open de eigenschappen van de grootboekset.
3. Ga naar het tabblad: Rekeningniveaus.
4. Klik op: Nieuw.
5. Vul bij Rekeningnummer t/m het laatste rekeningnummer voor een telling.

   Als een niet bestaand rekeningnummer vult, zie je de telling na de laatst bestaande grootboekrekening.

6. Vul de code van het niveau in bij Code rekeningniveau.

   Je kunt 1 t/m 9 vullen. Hierbij geldt dat 9 het hoogst mogelijke niveau vertegenwoordigt. Bij het samenstellen van de tellingen in de balans cumuleert Profit de saldi van de rekeningen vanaf het voorgaande gelijke of hogere niveau. Dit betekent dat Profit op niveau 1 alle saldi van de grootboekrekeningen optelt vanaf het voorgaande niveau 1 of hoger. Op niveau 2 telt Profit alle saldi van de grootboekrekeningen op vanaf het voorgaande niveau 2 of hoger. Hierbij houdt Profit geen rekening met de tellingen op het lagere niveau.

7. Klik op: Voltooien.

Rekeningniveaus raadplegen:

1. Ga naar: Financieel / Verslaglegging / Inrichting / Grootboekset.
2. Open de eigenschappen van de grootboekset.
3. Ga naar het tabblad: Rekeningniveaus.
4. Open de eigenschappen van het rekeningniveau.
5. Ga naar het tabblad: Rekeningen.

   Je ziet de grootboekrekeningen die meetellen in het rekeningniveau.