Ouderverlof in combinatie met verlofopbouw via aanvullende roosteruren

Bij opname van geboorteverlof of ouderschapsverlof speelt de combinatie met aanvullende roosteruren (zoals ADV) een belangrijke rol. Het wettelijk verlofrecht wordt berekend op basis van betaalde uren per week, terwijl opname vaak meer uren vraagt omdat ook aanvullende roosteruren meetellen. Dit artikel legt uit hoe dit werkt en wat dit betekent voor verlofopbouw en opname.

Het wettelijk recht voor aanvullend geboorteverlof is vijf keer het aantal betaalde uren per week. Profit kent deze uren toe als verlofsaldo. Dit is ook het bedrag dat het UWV uitkeert.

Bij verlofopname zijn echter niet alleen het aantal betaalde uren van belang, maar het totale aantal roosteruren. Dat zijn de betaalde uren plus de aanvullende uren die als verlofopbouw worden toegekend. Hierdoor kan het verschil ontstaan dat een medewerker meer uren moet opnemen dan er als saldo beschikbaar zijn.

Voorbeeld:

Een medewerker heeft een rooster van 38 betaalde uren per week, met 2 aanvullende uren voor verlofopbouw (ADV). Het totaal komt dan op 40 roosteruren. Als de medewerker een hele week verlof wil opnemen, moet hij 40 uur opnemen. Van die 40 uur wordt 38 uur betaald en 2 uur tegelijkertijd weer opgebouwd als ADV.

Dit verschil wordt duidelijker bij een langere periode. Voor aanvullend geboorteverlof geldt wettelijk een recht van 5 weken. In dit voorbeeld levert dat 190 uur verlofsaldo op (5 x 38 betaalde uren). Om daadwerkelijk 5 weken verlof te kunnen opnemen, zijn echter 200 uur nodig (5 x 40 roosteruren). Het tekort van 10 uur moet de medewerker aanvullen met een ander type verlof. Tegelijkertijd bouwt de medewerker in die 5 weken ook weer 10 uur ADV op.