Loonkostenvoordeel oudere medewerker (LKV)

Je hebt in de volgende situaties recht op premiekorting voor oudere medewerkers:

  • Je neemt een uitkeringsgerechtigde in dienst die 50 jaar of ouder is. Vanaf 2015 geldt een minimale leeftijd van 56 jaar.
  • Je hebt een medewerker van 56 jaar in dienst die:
    • Is verzekerd voor een of meer van de werknemersverzekeringen
    • Hij 56 jaar of ouder is maar de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt
    • Hij had in de 6 maanden voor hij in dienst kwam, recht op één van de volgende uitkeringen: Werkloosheidsuitkering (WW, IOW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, Wet Wajong, Waz, Wamil), inkomensondersteuning Wet Wajong of bijstandsuitkering (Participatiewet, IOAW, IOAZ) of uitkeringen uit de EU, de EER of Zwitserland die hetzelfde doel hebben als de voorgaande Nederlandse uitkeringen.

De korting wordt niet in mindering gebracht op de looncomponent waarmee het werkgeversdeel WW of WIA wordt berekend, omdat dit in de loonaangifte ook apart moet worden gehouden.

Als de medewerker minder dan 36 uur per week voor je werkt, dan zal Profit het bedrag van de premiekorting evenredig verlagen. Profit past dit toe bij medewerkers met een vast overeengekomen aantal uren door de overeengekomen arbeidsduur te delen door 36. Bij medewerkers zonder overeengekomen arbeidsduur gaat Profit uit van de uitbetaalde uren in het aangiftetijdvak gedeeld door de normuren per vier weken (144) of per maand (156).

Je moet de premiekorting toetsen aan de premie WW/Awf/Ufo en de premies WAO/WIA Dit betekent dat de ene helft van de premiekorting niet hoger mag zijn dan de totale premie die je voor de WW/Awf en Ufo betaalt. En de andere helft van de premiekorting mag niet hoger zijn dan de totale premies voor de WAO/WIA.

Looncomponenten

In de Profit CAO en Basis CAO zijn hiervoor de volgende looncomponenten aanwezig:

Looncomponenten geldig vanaf 01-01-2018:

  • 100.006.331 'LKV: uren tot AOW-leeftijd oudere medewerker (56+)'
  • 100.006.332 'LKV: uren cumulatief oudere medewerker (56+)'
  • 100.006.333 'LKV oudere medewerker (56+): bedrag subsidie mogelijk'
  • 100.006.334 'LKV oudere medewerker (56+): bedrag subsidie'
  • 100.006.346 'LKV oudere medewerker (56+): indicatie loonaangifte'

Looncomponenten geldig tot en met 31-12-2017:

  • 100.005.113 'Premiekorting nieuwe arbeidsverhouding oudere medewerkers'
  • 100.005.107 'Premiekorting nieuwe arbeidsverhouding oudere medewerkers (corr vorige periode)'

    Let op:

    Iedere looncomponent heeft een toelichting waarin de werking van de looncomponent staat uitgelegd. Raadpleeg deze altijd op het tabblad Toelichting in de eigenschappen van de looncomponent in de cao. Als je niet over de looncomponent beschikt, activeer je deze eerst.

Instantie Belastingdienst medewerker

Per medewerker bepaal je de juiste code van de premiekorting.

Code premiekorting instellen per medewerker:

  1. Ga naar: HRM / Medewerker / Medewerker.
  2. Open de eigenschappen van de medewerker.
  3. Ga naar het tabblad: Instantie.
  4. Open de eigenschappen van de instantie Belastingdienst.
  5. Open de perioderegel.

    De premiekorting geldt vanaf de eerste dag in de periode waarin de medewerker jarig is. Als je voor deze periode geen regel hebt, voeg je een nieuwe regel toe.

  6. Ga naar het tabblad: Bijzondere situaties.
  7. Selecteer de premiekorting.
  8. Klik op: Opslaan en sluiten.

Als de medewerker zijn salaris op basis van stukloon krijgt uitbetaald, zet je onder de eigenschappen van de medewerker op het tabblad Looncomponent de looncomponent 'Premiekorting nieuwe arbeidsverhouding oudere medewerkers' op Ja voor de parameter Stukloon. Als dit niet het geval is, hoef je verder niets in te stellen.

Let op:

Je moet zelf bepalen of de medewerker recht heeft op deze korting, op basis van de wet- en regelgeving.

Let op:

De premiekorting voor een medewerker kan hoger zijn dan de voor die medewerker betaalde premies. De verrekening van de premiekorting vindt plaats op collectief niveau en komt dus in mindering op het totaal aan verschuldigde premies. Het totaal van de verschuldigde premies (op collectief niveau) kan niet lager worden dan nul. Een eventueel overschot aan premiekorting mag in een later tijdvak worden verrekend. Mocht bij de aangifte van december (of de dertiende 4-wekenaangifte) nog steeds sprake zijn van een onverrekend bedrag, dan kan met eerdere tijdvakken worden verrekend. Verrekening over de jaargrens is niet mogelijk. Via de looncomponent met stamnummer 100.005.107 'Premiekorting nieuwe arbeidsverhouding oudere medewerkers (corr vorige periode)' kan een correctie worden geboekt in de volgende periode, mocht in deze periode in de loonaangifte de collectieve premie negatief uitvallen.

Let op:

Er kunnen per periodeverschillen ontstaan door toepassing van de VCR-systematiek.

Zie ook